IO-link: De nieuwe standaard onder het veldbusniveau
Met de IO-link interface in de pico+-sensoren werden de voorwaarden geschapen, om een naadloze communicatie door alle niveaus van de systeemarchitectuur tot in de sensor te realiseren.
IO-Link, een gedetailleerd overzicht
Na de inschakeling is de pico+ altijd in de SIO mode (standaard-I/O-mode) en werkt als een heel normale ultrasoon naderingschakelaar met push-pull-uitgangsfase.
Een IO-Link-geschikte sturing kan de lcs+ met het zogenaamde wakeup-signaal naar de communicatiemodus of de IO-Link mode schakelen. Nu kan de sturing procesgegevens en servicegegevens met de lcs+ uitwisselen.
Een IO-Link-Master kan over één of meerdere in- en uitgangen beschikken. Op elke E/A is er maar één IO-Link toestel aangesloten. De aansluiting van de sensoren gebeurt via standaard kabels met 3 geleiders. Deze niet afgeschermde leiding mag max. 20 m lang zijn.
Dankzij de volledige compatibiliteit met de SIO mode (Standaard-IO-mode) is ook een gemengd bedrijf mogelijk: op een master kunnen sommige sensoren in de IO-Link, en andere in de SIO-Mode bedreven worden.
De permanente communicatie maakt de overdracht van procesgegevens en servicegegevens tussen sensoren en de sturing mogelijk.
Met IO-link uitgeruste vulinstallatie
Een IO-Link-systeem bestaat uit IO-Link-devices – meestal sensoren, actuators of een combinatie van beide – en uit een standaard sensor-/actuatorkabel met 3 geleiders en een IO-Link-Master.
Meer informatie over IO-Link vindt u op www.io-link.com