Werkingsprincipe
De labels worden door de vork geleid. Een ultrasone zender in de onderste vorktand straalt met een snelle reeks impulsen tegen het dragermateriaal. De geluidsimpulsen laten het dragermateriaal vibreren, zodat aan de tegenoverliggende kant een sterk afgezwakte geluidsrimpel uitgestraald wordt. De ontvanger in de bovenste tand ontvangt deze geluidsrimpel.
Het dragermateriaal geeft een ander signaalniveau af dan de label. Dit signaalverschil wordt door de esf-1 geanalyseerd. De signaalverschillen tussen dragermateriaal en label kunnen heel klein zijn. Om een duidelijk onderscheid te waarborgen, moet de esf-1 op het label ingeleerd worden.
Backing material with a label provides an attenuated signal level
De esf-1
tast foutloos hoogtransparente, reflecterende materialen, evenals gemetalliseerde labels en labels in elke willekeurige kleur af. Afhankelijk van het vereiste geluidsvermogen stelt de meetcyclustijd zich automatisch zelf in. Bij dunne labels en dragermaterialen werkt de esf-1 op zijn maximale snelheid en heeft dan een reactietijd van < 300 µs.
Om ook speciale labels, bijvoorbeeld labels met reliëf of perforaties, te kunnen aftasten, zijn er drie verschillende Teach-in-methodes ter beschikking.